In november 1918, bijna van de ene op de andere dag, verdwenen alle Duitse dynastieën van het toneel. Frank-Lothar Kroll schetst de vraag wat er in de decennia daarna met de afgezette heersers en hun families is gebeurd. Zijn biografische portretten maken de politieke, sociale en culturele veranderingen duidelijk die de verandering van de vorsten teweegbracht. Maar ze laten ook zien dat de voormalige heersende families, met hun wisselende gedachten tussen het misdadige nazi regime en oppositie tijdens het nazi-tijdperk, een vrij nauwkeurige afspiegeling waren van de Duitse samenleving. De rol van individuele gezinnen in deze tijd is vandaag de dag nog steeds bepalend voor het omgaan met de onteigeningen die na 1945 hebben plaatsgevonden in het gebied van de SBZ/DDR. Biografieën van 19 vorstendommen, waaronder de Ascaniërs, het Huis van Baden, het Huis van Hessen, de Hohenzollern, het Huis van Lippe, het Huis van Mecklenburg, het Huis van Oldenburg, het Huis van Reuss, het Huis van Schaumburg-Lippe, het Huis van Schwarzburg, het Huis van Waldeck, de Welfen, de Wettins, de Wittelsbachs en het Huis van Württemberg. De auteur Frank-Lothar Kroll, geboren in 1959, doceert sinds 2000 Europese geschiedenis van de 19e en 20e eeuw aan de Chemnitz University of Technology. Hij is voorzitter van de Wetenschappelijke Adviesraad van de Federale Stichting "Vlucht, Uitzetting, Verzoening" en was lange tijd lid van talrijke wetenschappelijke adviesraden, b.v. van het Instituut voor Hedendaagse Geschiedenis in München, het Duitse Historische Instituut in Warschau en de Onderzoeksvereniging op 20 juli 1944. Gebonden editie, 240 pagina's, 60 afbeeldingen, Duitstalig, afmeting 22 cm.